EEN THUIS VOOR IEDER HUIS

Voor mijn afstuderen wilde ik al het mogelijke leren wat er binnen een jaar mogelijk was. Daarom heb ik onderzocht wie ik ben als ontwerper, hoe ik ontwerp en daarnaast een 17tal onderwerpen onderzocht. Met als uiteindelijk doel met mijn eigen handen met ontwerp tot realiteit maken.

Door stage te lopen in Kopenhagen werd ik mij bewust van mijn aangeleerde manier van ontwerpen op de Academie. Ik besloot te kijken of ik dit los kon laten door niet te starten vanuit een context of opdracht, maar door een idee te onderzoeken waar ik al lang mee speelde.

Mijn idee hield het volgende in; een flexibele keuken en badkamer. Naar mijn idee was dit de oplossing voor de onveranderbare indeling van veel Nederlandse huizen, de oplossing voor het grote aantal interieur wat op straat beland terwijl het nog werkt en zou dit idee het leegstandsprobleem kunnen oplossen.Maar het loste vooral een hoop problemen op in relatie tot mijn wonen in Amsterdam.

Of mijn ideeën en gedachten klopten wist ik niet. Ik wist ook niet zo goed wat dan precies mijn probleem was tot betrekking van mijn wonen. Ik was onrustig, zoekende. Uiteindelijk hebben mijn vragen met betrekking tot mijn idee geleid tot de 17 onderwerpen van mijn onderzoek.

1 | Relatie interieur architect tot gebruiker                                              7 | Duurzaamheid                                                                           13| Le Corbusier Parijs
2 | 125 jaar architectuur                                                                              8 | Duurzaamheid 2.0                                                                    14| Wat maakt een huis?
3 | Ich Nehe, Ich Ferne                                                                               9 | De nieuwe generatie                                                               15| Wat beperkt in huis?
4 | Verplaatsbare architectuur                                                                  10| Rij aan rij in Nederland                                                            16| Huis en thuis
5 | Leegstand                                                                                              11| De ideale plattegrond                                                              17| 1:1
6 | Tussentijd                                                                                               12| Ontstaan indeling Nederlands huis

 De conclusie van mijn onderzoek heeft mij gebracht tot het daadwerkelijke probleem van mijn wonen. Ik ben niet thuis. Door het wonen in Amsterdam doe ik te veel concessies op mijn wonen waardoor ik mij niet thuis kan voelen. Er zijn tien elementen waardoor mensen waardoor mensen zich thuis gaan voelen. Tijd en bezit zijn hier twee belangrijke elementen van. Na 3 jaar voelt een mens zich gemiddeld pas helemaal thuis. Deze tijd bezit ik helaas niet. Ik verhuis vaker en vele generatie genoten met mij. Ook bezit ik geen huis en in alle waarschijnlijkheid gaat dit de komende tijd niet gebeuren. Uiteindelijk heb ik besloten om mijn thuis gevoel niet te projecteren op de ruimte, maar op de het interieur. Een interieur waar je de elementen van het thuis zijn in kan vinden en met je mee kan nemen van huis naar huis.

De koesterkast gesloten fase

Eén van de elementen staat voor een plek waar je meest waardevolle spullen veilig zijn. Mijn waardevolle spullen, zoals de sieraden van mijn oma liggen bij mijn ouders. Veilig. Ik woon klein, er zijn altijd veel mensen over de vloer en ik verhuis vaak. Ik ben bang dat er iets met deze spullen gebeurt. Daarom heb ik de koesterkast gemaakt. De spullen kunnen veilig in mijn liggen, zijn aanwezig en toch voor alle mensen die over de vloer komen onbereikbaar.

Banken tot Genoegen open fase

Een thuis moet je kunnen delen, er moet ruimte zijn om te werken aan je relaties. Met je zelf, je liefde, vrienden en familie. In een kleine ruimte is het moeilijk om al deze verschillende manieren van delen mogelijk te maken. Om dit wel mogelijk te maken heb ik 2 banken ontworpen. Plaats ze tegen elkaar en ik kan er op liggen, lezen, nadenken. Zet ze iets uitklaar en ik kan met vriendinnetjes kletsen, met vrienden spelletjes spelen en naast een tafel maken ze een groot diner mogelijk.

Keuzemogelijkheid transitie fase

Als mens moet je in de mogelijkheid zijn je eigen privacy te reguleren in je huis. Dit is draagt bij aan je thuis voelen. In Amsterdam woon ik een studio, iedereen die binnen komt ziet mijn bed mijn werk en hoe ik mij bijvoorbeeld op maak. Dit bureautje kan dwars op een wand gezet worden. De denim omhulsel kan om het bureau gereden worden. Zo ontstaat er een gesloten ruimte waar ik mij klaar kan maken, kan werken. Wanneer er vriendinnen zijn of familie kan het denim hulsel open. De activiteiten kan ik met hun delen en mijn spullen worden zichtbaar in de lades.

De formulering

Ik geloof niet in de duurzaamheid zoals wij deze dag vaak kennen. Een product wordt ‘duurzaam’ geproduceerd zodat deze na zijn gebruik weer gemakkelijk kan worden gebruikt of gerecycled.  Ik vind dat we naar een andere manier van ontwerpen toe moeten als ontwerpers door producten te ontwerpen die gedurende hun gebruik een band op bouwen met de gebruiker, zodat de gebruiker zich hecht aan het product. Om dit te verwoorden heb ik een begrip geformuleerd wat onder andere in dit ontwerp de leidraad is geweest binnen het ontwerp en de materiaal keuze van de door mij ontworpen meubels.

Duurzaamheid 2.0
(bijvoegelijk naamwoord, bijwoord; vergrotende trap: duurzaam, overtreffende trap: duurzaamst)
1. lang durende emotionele verbintenis met product
2. product wordt mooier gedurende leven, esthetisch of/en emotioneel
3. functies product zijn overdraagbaar, verplaatsbaar of aanpasbaar

 

YLSW